Formeel was het Innovatieplatform per 1 januari 2004 ingesteld, de installatievergadering was echter al op 5 september 2003. Leden waren J.P. Balkenende (minister-president); G. Zalm (minister van Economische Zaken);  Zalm, M.J.A. van der Hoeven (minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap); G.J. Kleisterlee (president Koninklijke Philips Electronics NV); J. van der Veer (vice-voorzitter Koninklijke / Shell Groep); A.H.G. Rinnooy Kan (lid raad van bestuur ING Groep); J.C. de Jager (algemeen directeur ISM BV); W. Jouwsma (technisch directeur High-Tech BV); M.E. van Lier Lels (directeur operationele bedrijfsvoering Schiphol Groep); D.D. Breimer 9rector magnificus Universiteit Leiden); F.A. van Vught (rector magnificus, voorzitter college van bestuur Universiteit Twente); P. Nijkamp (voorzitter NWO); F. Leijnse (voorzitter HBO-Raad); I.M.C.M. Rietjens (hoogleraar Wageningen Universiteit); M.P.C. Weijnen (hoogleraar TU Delft); H.H.F. Wijffels (voorzitter SER); J.F. Sistermans (voorzitter AWT); F. Nautia (voorzitter stichting Nederland Kennisland).

De oprichting van het Innovatieplatform had als achterliggende gedachte effectief doorbraken tot stand te brengen in de Nederlandse kenniseconomie vanwege het belang voor de economische groei op langere termijn: de structuur van de economie moet verbeteren om de concurrentie aan te kunnen.

Zoals genoemd in de installatievergadering: "Het Innovatiecentrum moet fungeren als "ijsbreker" voor de kenniseconomie. Het Innovatieplatform gaat ideeën voor de verdere ontwikkeling van de kenniseconomie aandragen en omzetten in concrete voorstellen. Daarbij gaat het zowel om praktische oplossingen voor de korte termijn als om grotere strategieën voor de langere termijn. Het platform richt zich op de hele 'kennisketen': de ontwikkeling va kennis, de toepassing van kennis en het commercieel gebruik van kennis".