De NTTC was als volgt samengesteld:
a. voorzitter: de voorzitter van de NTR;
b. vice-voorzitter: een door de directeur-generaal der PTT aan te wijzen hoofdambtenaar der PTT;
c. leden: het hoofd van het Krijgsmachttelefoon- en telegraafbureau (KTTB), één vertegenwoordiger van elk der militaire verbindingsdiensten en de Verbindingsdienst der PTT;
d. secretaris: een door de voorzitter in overleg met de overie leden aan te wijzen ambtenaar.
In de tijd dat het Militair Gezag ingevolge art. 18 van de Telegraaaf- en Telefoonwet of art. 38 van de Wet van 23 mei 1899, Stb. 128, kan beschikken over de inrichtingen van verreberichtgeving treedt het hoofd van het KTTB op als vice-voorzitter, de hoofdambtenaar de PTT is dan gewoon lid.
De PTT was uitvoerend orgaan, behalve wanneer het Militair Gezag in fucntie zou komen. In dat geval zou er een Nationaal Telefoon- en Telegraafbureau (NTTB), gevormd door o.m. KTTB en onderdelen van de PTT, actief worden.