Bureau Militaire Zaken had taken omtrent:
- de stamboeken van de koloniale landmacht;
- benoeming, detachement, overplaatsing, ontslag en pensioen van officieren;
- militaire verloven, pensioenen, onderstanden en delegaties;
- militaire nalatenschappen;
- invordering van belastingen van in Indië gediend hebbende officieren en kortingen op hun inkomsten ten behoeve van bijzondere personen;
- eervolle beloning van uitstekende krijgsverrichtingen en medailles voor trouwe dienst;
- van de militaire dienst vervallen verklaarde koloniale militairen;
- huwelijken van officieren;
- transportkosten van terugkerende militairen;
- militaire reclames;
- formaties van de koloniale landmacht;
- reglementen van administratie voor de Oost-Indische militaire weduwen –en wezen en verhoogde pensioenfondsen;
- defensiewezen in Nederlands-Indië en in de Nederlandse West-Indische bezittingen;[2]
- de formatie van het koloniaal werfdepot (vanaf 1861);
- bepalen van het cijfer van de jaarlijks uit te zenden aanvullingstroepen (vanaf 1861);
- werving in Europa (vanaf 1861);
- raming van uitgaven voor het werfdepot (vanaf 1861);
- Europese en Afrikaanse suppletietroepen (vanaf 1861);
- overvoer van dat personeel (vanaf 1861);
- verificatie van de geldelijke en materiële verantwoording van het werfdepot en de koloniale werving (vanaf 1861).[3]
In 1875:
- zaken betreffende het leger en de defensie in Oost –en West-Indië;
- het koloniaal werfdepot voor zover het Ministerie van Koloniën daarmee bemoeienis heeft;
- koloniaal militair invalidehuis te Bronbeek.[4]