Identiteit
Andere namen
RDMZ
Rijksbureau voor de Monumentenzorg
RBMZ
Beschrijving
Bestaansperiode
Begindatum
1918
Einddatum
2005
Geschiedenis

In 1918 werd het Rijksbureau voor de Monumentenzorg ingesteld. Dit orgaan verzorgde de ambtelijke ondersteuning voor een nieuw (onbezoldigd) adviesorgaan dat werd ingesteld na het overlijden van De Stuers in 1918. De regering besloot tot oprichting van de Rijkscommissie voor de Monumentenzorg (RCMZ).

 

Na de Tweede Wereldoorlog volgt er een reorganisatie bij het Rijksbureau voor de Monumentenzorg. Deze reorganisatie verloopt echter stroef en daarom grijpt het ministerie van OKW in en stelde per 31 januari 1947 de Rijksdienst voor de Monumentenzorg (RDMZ) in. In naam bleef het Rijksbureau bestaan, maar dan als één van de vier onderafdelingen binnen de Rijksdienst. De archeologische tak werd in de vorm van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB) afgesplitst van de RDMZ. 

 

Vanaf 1961 is de RDMZ verantwoordelijk voor een groot deel van de praktische uitvoering van de ingestelde Monumentenwet. Zo was de RDMZ degene die monumenteigenaren een vergunning verleende als ze iets wilden veranderen aan het gebouw. Ook het mandaat over de besteding van de monumentensubsidie kwam vanaf 1967 bij de RDMZ te liggen. Alsmede het juridisch vertegenwoordigen van de minister bij beroepsprocedures tegen de registratie als monument. 

 

De afdeling Juridische Zaken is halverwege de jaren '80 ook verantwoordelijk voor de voorbereiding van de herziening van de Monumentenwet. Dit leidt tot de nieuwe Monumentenwet 1988 (KB van 23 december 1988). 

 

Om de samenhang te versterken fuseerden in 2006 de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB) en de Rijksdienst voor de Monumentenzorg (RDMZ) tot de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten (RACM). Daarmee kwamen de archeologische tak en de monumentenzorg weer onder één dak.

 

De RACM veranderde in 2009 van naam tot Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.

Functies en activiteiten

De RDMZ voert namens de minster de Monumentenwet 1988 met uitzondering van de archeologische monumentenzorg, uit en fungeert als kenniscentrum voor de instandhouding van het gebouwde en cultuurlandschappelijke erfgoed van Nederland. Tevens is de RMDZ mede verantwoordelijk voor het ontwikkelen en uitvoeren van beleid m.b.t. de monumentenzorg.

Structuur

Bij oprichting kreeg de RDMZ de volgende afdelingen en taken mee:

 

- Algemene Zaken

 

- Beschrijving

Taken: Continuering Geïllustreerde Beschrijving

Kunsthistorische begeleiding van restauraties

 

- Rijksbureau voor de Monumentenzorg/Restauraties

Opgedeeld in vier regio’s met rayonarchitecten

 

- Bescherming Oorlogsgevaren

Taken: Afhandelen van taken van de voormalige Inspectie Kunstbescherming

Toezichthouden op blusinstallaties en bomvrije bergplaatsen

Relaties
Bovenliggend niveau
Naam Periode Beschrijving
Directoraat-Generaal Cultuur en Media (OCW) 2005
Algemene Leiding (OCW) 1994 tot 2004
Algemene Leiding (WVC) 1982 tot 1994
Algemene Leiding (CRM) 1975 tot 1982
Voorgangers
Naam Jaar van overgang Beschrijving
Rijkscommissie voor de Monumentenbeschrijving 1918
Opvolgers
Naam Jaar van overgang Beschrijving
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (OCW) 2006 De Rijksdienst voor de Monumentenzorg fuseert in 2006 met de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek tot de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten
Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (CRM, WVC, OCW) 1947 De archeologische afdeling is in 1947 afgesplitst van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg
Associatieve relaties
Naam Periode Beschrijving
Rijkscommissie voor de Monumentenzorg 1918 tot 1947 Het Rijksbureau voor de Monumentenzorg verzorgde de ambtelijke ondersteuning voor dit onbezoldigde adviesorgaan
Beheer
Identificatiecode van de instelling
Doc-Direkt
Publicatiestatus
Definitief
Niveau van detaillering
Gedeeltelijk
URL (permalink)
https://hdl.handle.net/10648/5c9ad7f6-8647-46e1-9810-fb1b453ee266
Bronnen

Tijdschrift van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, 2018-4. pagina 9