Overzicht relaties

Hierarchisch bovenliggend
Voorgangers en opvolgers
Beschrijving
Bestaansperiode
Begindatum
1820-01-01
Einddatum
1824-05-31
Geschiedenis

Eind 1819 besloot Willem I het departement van Waterstaat op te heffen en deze administratie per 1 januari 1820 onder te brengen bij Binnenlandse Zaken, dat nu Binnenlandse Zaken en Waterstaat ging heten. Deze samenvoeging was een van de aanbevelingen van de in augustus 1818 ingestelde geheime staatscommissie-Repelaer. De commissie had als taak gekregen na te gaan hoe de departementen het meest doelmatig en het zuinigst konden worden georganiseerd. Latere voorstellen van deze commissie hadden ook voor Binnenlandse Zaken consequenties, want de interne organisatiestructuur ging op de schop met het KB van 4 september 1823 nr.7.[1]

 

In september 1823 werd besloten dat de minister bijgestaan werd door een Raad van administrateurs, met de secretaris-generaal (met raadgevende stem) als secretaris. Deze Raad zou wekelijks bijeenkomen om onder voorzitterschap van de minister alle concept-wetten en besluiten met een 'algemeene werking' te bespreken. De administrateurs waren bevoegd rechtstreeks met andere autoriteiten te corresponderen, buiten de minister om, en desgevraagd de Koning te adviseren. Er fungeerden vier administrateurs voor het binnenlands bestuur, waterstaat en publieke werken, armwezen en de gevangenissen, en militie en schutterijen. Voor de geneeskunde werd geen afzonderlijke administratie nodig geacht: dit taakonderdeel werd, nogal merkwaardig, toegewezen aan de afdeling Algemene Zaken.[2]

Functies en activiteiten

Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Waterstaat had een zeer uitgebreid takenpakket:

- de minister hield toezicht over de binnenlandse administraties van de provinciën;

- de executie van de besluiten van Zijne Majesteit;

- de aanstelling van leden van politieke colleges en ambtenaren;

- plaatselijk bestuur;

- belangen en comptabiliteit;

- actieve en rustende schutterijen en nationale militie;

- grensscheidingen van de provinciën en de gemeenten;

- armwezen, gestichten van liefdadigheid;

- maten en gewichten;

- postwagens;

- schouwburgen;

- strandvonderijen;

- kopijrecht, Nederlandse staats-courant, algemene landsdrukkerij;

- geneeskundige staatsregeling;

- rivier-en zeewerken, droogmakerijen, verveningen, wegen, mijnen, landsgebouwen en gevangenissen.[3]

Relaties
Beheer
Identificatiecode van de instelling
Nationaal Archief
Publicatiestatus
Definitief
Niveau van detaillering
Gedeeltelijk
URL (permalink)
https://hdl.handle.net/10648/3c8dca9b-64e8-4c29-bbfe-049d7fd9f7d9
Bronnen

[1] F.J.M. Otten, Gids voor de archieven van de ministeries en de Hoge Colleges van Staat 1813-1940 (Den Haag 2004) 160.

[2] Ibidem, 160 en 161.

[3] Staatsalmanakken 1821 en 1824.