Beschrijving
Bestaansperiode
Begindatum
ca. 1814
Einddatum
ca. 1841
Geschiedenis

De Afdeling Militaire Zaken is opgericht in 1814. De afdeling bestond tot circa 1842 (zie Algemene Context voor meer informatie). De afdeling stond onder leiding van een commissaris.

De rol van Koloniën bij de defensie van de koloniën was vrij beperkt en lag voor een belangrijk deel in het stellen van het financiële kader, dat op de Indische begroting beschikbaar was voor defensie. De marine was een rijkszaak, waarover een gedeelde verantwoordelijkheid lag bij de ministers van Marine en Koloniën. De eerste bepaalde welk deel van de vloot in bijvoorbeeld Oost-Indië aanwezig was, maar voor de inzet daarvan was de Gouverneur-Generaal als opperbevelhebber van landen zeemacht aldaar verantwoordelijk. Ook was de commandant zeemacht in Indië ondergeschikt aan de Gouverneur-Generaal en via deze aan de minister van Koloniën. Alle niet-administratieve correspondentie van de marine in Indië met Nederland verliep via het Ministerie van Koloniën naar dat van Marine, waar de inhoudelijke expertise zat.[1]

Wat de defensie te land betreft beschikte Indië sinds 1830 over een eigen leger: het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL). Het leger ressorteerde onder de Gouverneur-Generaal die met het ministerie overleg voerde over zaken betreffende de formatie en de inrichting van het leger in Nederlands-Indië. De werving voor het KNIL was in Nederland een zaak van het Ministerie van Oorlog dat daarvoor beschikte over het Koloniaal Werfdepot te Harderwijk. Het Ministerie van Koloniën was verantwoordelijk voor de verscheping naar de koloniën en de verificatie van de administratie van het depot.[2]

Functies en activiteiten

De Afdeling Militaire Zaken had taken omtrent:

- de defensie van de koloniën;

- werving van cadetten van het wapen van de artillerie en de genie voor de Oost- en West-Indische troepen;

- stand van zaken en verzending van goederen voor het leger en de vloot van de Oost- en West-Indische troepen;

- repatriëren van militairen;

- brieven behandelen waarin navraag wordt gedaan naar personen in dienst van het leger of de vloot;

- certificaten van dienst geven aan personen in dienst van het leger of de vloot;

- de verscheping van militair personeel naar deze gebieden. [3]

Algemene context

De bestaansperiode voor de afdeling is voor interpretatie vatbaar. De afdeling is in 1815 ontstaan. Pas in 1842 is er extra informatie beschikbaar (Besch. 27 december 1841 nr. 14 (archief Koloniën 1814-1849 inv.nr. 1414). De staatsalmanakken geven verder geen nadere informatie. Welke organisatieveranderingen tussen 1815 t/m 1842 precies hebben plaatsgevonden is onbekend.

Relaties
Beheer
Identificatiecode van de instelling
Nationaal Archief
Publicatiestatus
Definitief
Niveau van detaillering
Gedeeltelijk
URL (permalink)
https://hdl.handle.net/10648/00bde561-9e85-4136-bf7d-52a5dbef9098
Bronnen

[1] F.J.M. Otten, Gids voor de archieven van de ministeries en de Hoge Colleges van Staat 1813-1940 (Den Haag 2004) 359.

[2] Idem.

[3] W.A. Fasel, F.J.M. Otten, ‘Beschrijving van de series en archiefbestanddelen. 2 Stukken betreffende het bestuur van de koloniën in het bijzonder. 2.3 Militaire Zaken. 2.3.1 Stukken van algemene aard. 2.3.1 Stukken van algemene aard. Inv. nr. 4035-4039  t/m 4059-4060’ en ‘Samenvatting van de inhoud van het archief’, Inventaris van het archief van het Ministerie van Koloniën, 1814-1849 2.10.01 (Nationaal Archief 1954).